Soms krijgen we een hele les om teksten te schrijven. We moeten dan op de site van Bruuttaal kijken welke opdrachten we willen doen. Hieronder staan mijn teksten.
Opdracht schrijven: woorden verwerken
Leg dat neer en draai je langzaam om! Dat hoorde ik een onbekende stem achter me opeens schreeuwen. Ik schrok me dood. Achter me stond een grote kerel met een zwarte muts op z'n hoofd. Ik kon nog net zijn ogen zien, ik hem recht in zijn ogen aan en schoot in de lach. Ik had alleen nog maar naar zijn hoofd gekeken, toen ik verder keek toen moest ik nog harder lachen, hij had een pyjama aan met eentjes erop, een vork in zijn hand en vroeg mij vervolgens om een bedrag van €1500,- Het duurde een tijdje voordat ik bij was gekomen, maar ik werd wel een beetje bang van zijn vork. Ik wist niet wat ik moest doen, ik raapte de kaas op die ik had laten vallen, en nam een hapje. Ik wilde wegrennen, maar hoorde opeens een paar rare geluiden uit de kamer van mijn ouders komen, dus ik riep snel om hulp. Ik wilde wegrennen, maar ik gleed uit over de gras mat die wij gebruiken als deurmat.
INDY: Ik stond snel op en wilde weer wegrennen, maar de man stond alweer voor me. Gelukkig had ik de kaas nog in mijn hand en ik gooide die tegen zijn hoofd aan en rende langs hem weg, maar ik was vergeten dat hij een vork had en toen ik druk bezig was met te ontsnappen voelde ik opeens een pijn in mijn been. Hij had de vork in mijn been gegooid en het bloedde heel erg. De man keek me erg boos aan en gaf me mijn kaas terug zodat ik die nog verder op kon eten terwijl ik daar met een vork in mijn been lag.
Opdracht schrijven: hoofdstuk 3
Ik stond dus in het afgebroken huis, met het bordje waarop stond verboden toegang. Ik wist niet wat ik moest doen, ging ik terug naar de inrichting, of zou ik op avontuur gaan. Ik koos voor het 2e, ik was die inrichting helemaal zat. In die inrichting had ik helemaal geen vrijheid, ik had besloten om op avontuur te gaan. Als het ging regenen zou ik naar de oude schuilkelder gaan, ik kende die tunnel inmiddels al redelijk, en daar was eten en drinken.
Ik ging aan mijn avontuur beginnen en hoorde mijn vader zeggen: doe wel voorzichtig, je hebt geen camphone om iemand te bellen als er iets is. Ik zei hem dat ik erg voorzichtig zou doen. Ik besloot om eerst het afgebroken huis een beetje te onderzoeken, misschien dat er nog wel een geheime tunnel aan vast zat. Jammer genoeg was er bij het huis niks meer te vinden, dus ging ik het verlaten terrein weer op. Ik kon naar links en naar rechts ik wist niet welke kant ik moest kiezen, ik dacht aan welke kant hij zou kiezen, toen hoorde ik hem opeens weer hij zei dat ik naar links moest, want als ik naar rechts ging zou ik uiteindelijk weer bij de inrichting terecht komen. Ik begon om me heen te kijken, ik zag van alles: vogels, verschillende soorten bomen, konijnen, paddestoelen, bloemen ook zag ik een hoopje met steentjes liggen, ik dacht meteen aan het bolletje touw dat ik om mijn middel had gedaan in de shuilkuilder om de uitgang te vinden, laat ik dat nu met steentjes doen, ik strooi de steentjes één voor één achter me aan. Als er iets zou gebeuren dan zou ik de steentjes volgen en dan kwam ik vanzelf weer bij de shuilkuilder uit.
Het ging allemaal sneller dan dat ik had verwacht, maar toch voelde ik een beetje onzekerheid naar boven komen: zou je dit wel doen, wat als ze je nou komen zoeken, wat nou als er iets gebeurd dan is er niemand om je te redden. Ik besloot om even uit te rusten tegen een boom aan, want ik had al aardig een stuk achter de rug. Plotseling hoorde ik iets zoemen, ik schoot in de stress: wat moet ik doen, wat moet ik doen, wat moet ik doen? Ik verstopte mezelf snel in de struiken. Ik besloot om een tijdje later maar te gaan kijken wat het was, dat had ik beter maar niet kunnen doen...
Ik zag meteen dat het niet goed was, het was een drone met camera van de inrichting! De leider zou me vast missen dacht ik, maar zouden ze me gezien hebben, zouden ze iemand weg zien schieten. Ik besloot om snel terug te gaan naar de schuilkuilder, het eerste dat ik dacht was: steentjes, steentjes, ik moet die steentjes zien te vinden. Al snel bedacht ik een ander plannetje: ik ga nu rennen, en ik stop niet tot dat ik me ergens velig voel. Maar welke kant moet ik dan op? Ik dacht snel aan mijn vader, ik hoopte dat ik nu ook een reactie zou krijgen, na 1 minuut dacht ik: Dit duurt me te lang, ik ga nu verder ook, alleen maar rechtdoor, en als ik een keuze heb dan ga ik naar links, nu niet te lang meer nadenken, anders hebben ze je zo gevonden dacht ik nog.
Ik hoorde opeens voetstappen en stemmen, ik ging harder rennen en ik bleef rennen. Uiteindelijk hoorde ik niks meer, ik keek om me heen. Het einige dat ik zag waren bomen en struiken, uit alle haast en stress heb ik helemaal niet meer opgelet waar ik vandaan kwam. Het werd al bijna donker, dus ik belsoot maar om snel een "veilig" plekje te zoeken, waar ik zou kunnen slapen. Met vage gedachten in mijn achterhoofd ging ik slapen, dan droom ik misschien over vandaag, en hoe ik weer veilg terug kan komen in de schuilkuilder.
Maak jouw eigen website met JouwWeb